3. Waardeer het geheel

Wat? Stap 3 is de feitelijke waardering van het geheel aan te waarderen erfgoed. Er wordt dus niet element per element gewaardeerd.

Wie? Het volledige waarderingsteam voert dit samen uit, ter plaatse.

Een eerste intuïtieve waardering

Vooraleer een gestructureerde waardering aan te vatten, kan het een goed idee zijn de erfgoedwaarden op een spontane, creatieve en vrije wijze te laten opborrelen. En om dan neutraal te rapporteren wat er opkomt in de groep van representatieve belanghebbenden. Laat de begeleider een groepssessie organiseren met uw belanghebbenden. Laat eerst iedere belanghebbende of belangengroep individueel reflecteren over het erfgoed en uitdrukken waarom het belangrijk is voor hen. Verzamel alle opgekomen waarderingen en structureer ze. Laat deelnemers creatief zijn en hun eigen wijze kiezen om hun waardering uit te drukken; in woorden of tekeningen, muziek of andere.

Waarderen door toetsing aan criteria

In de meeste gevallen volstaat een intuïtieve werkwijze niet en is het belangrijk verder te gaan waarderen op een rationele en gestructureerde wijze. Dat gebeurt door vragen te doorlopen en de antwoorden te toetsen aan vastgestelde criteria.

Hoe? Gebruik het Formulier Waardering geheel.

  • Bovenaan vult u de naam van de kerk en datum in, en het gekozen perspectief voor de waardering: organisatie, lokaal, regionaal of nationaal en internationaal
  • Vervolgens overloopt u alle criteria. Lees de Bijlage Waarderingscriteria voor meer uitleg.
  • Weging (2). Per criterium geeft u aan of en in welke mate dit relevant is.
    • Kies bij 'conditie' uit 'goed', 'redelijk', 'matig' of 'slecht' (zie ook TIP bij stap 2 van het stappenplan)
    • Gebruik bij alle andere criteria: 'laag', 'gemiddeld', 'hoog' of 'geen'.
    • Gebruik EVENTUEEL percentages, bv. is 80% hoog en 20% gemiddeld.
  • In (3) geeft u een toelichting bij deze score, de argumentatie voor de waardering.
  • In (4) geeft u sprekende en typische voorbeelden van elementen bij de gegeven waardering voor het geheel. Omschrijf ze of gebruik de inventarisnummers.
  • Uitschieters (5). Het is niet altijd makkelijk een globale uitspraak te doen over het geheel, zeker als de elementen kwalitatief erg uiteen lopen. Daarom kan u de uitzonderingen aangeven, zowel naar boven als naar beneden. U omschrijft de elementen of geeft een inventarisnummer.
  • In (6) kan u het ontwikkelpotentieel aangeven: hoe deze waarde in de toekomst zou kunnen zijn, door bv. bijkomend onderzoek naar de herkomst, door restauratie... Doe dat d.m.v. de scores ‘hoog’, ‘gemiddeld’, ‘laag’, ‘geen’. Omschrijf in (7) wat moet worden gedaan om dat potentieel waar te maken.

Formulier Waarderen

Bijlage Waarderingscriteria