2.2 Maak, actualiseer en/of vervolledig de inventaris
Als er geen bruikbare inventaris is, start u bij voorkeur zo snel mogelijk met een inventarisatiecampagne. Het maken van zo’n inventaris kost al snel enkele maanden tot een jaar, afhankelijk van de mankracht, de grootte van de kerk en of u het hele traject wilt doorlopen.
De ‘Handleiding voor het opstellen van een kerkinventaris’ (CRKC, 2012 of 2013, 2de druk) dient als norm. Daarin vindt u onder meer: waarom een inventaris belangrijk is, hoe eraan beginnen, wat wel of niet opnemen in de inventaris, hoe beschrijven, een overzicht van materialen en technieken en een handige ‘Top 100’ van de meest voorkomende objecten in een kerk.
Afhankelijk van de ligging van de kerk kan men voor verdere ondersteuning terecht bij de erfgoedcel, diensten van de gemeente of een andere erfgoedconsulent…
Contactgegevens
AANRADER
Een goede begeleiding ter plaatse, centrale coördinatie en een dynamisch en duidelijk afsprakenkader met alle betrokkenen zijn essentiële slaagvoorwaarden. Die elementen bezorgen het project ook een duurzame structuur. Belangrijk is een beroep te doen op mensen die over enige kennis of expertise beschikken of een zekere routine hebben. Dat komt de kwaliteit ten goede. U kunt daarvoor contact opnemen met uw erfgoedcel of met een andere erfgoedconsulent.
Voorbeeld uit de praktijk
Inventariseren met vrijwilligers - Mechelen
Minimale gegevens
Waardering vereist een grondige inventaris van het erfgoed. Maar als het geheel zonder enige vorm van selectie naar een fusiekerk gaat, kan soms een beperkte inventaris dienen als administratief document bij het transport van de objecten. Dat is dan een zogenaamde verhuisregistratie.
Minimale gegevens zijn:
- van elk stuk een duidelijke foto;
- een inventarisnummer of ten minste een volgnummer;
- een objectnaam;
- een of meer onderscheidende kenmerken (die het object van andere doen verschillen. Dat kan bv. ook de titel van een schilderij zijn);
- het aantal (bij dezelfde objecten);
- een aanduiding van objecten in slechte staat, d.w.z. waar ingrepen noodzakelijk zijn om het voortbestaan te garanderen;
- opgelet: voor de opslag in een depot zijn ook volgende gegevens interessant: de afmetingen, of en hoe het object bevestigd is, en moet de toestand zijn aangegeven. (Denk vooral aan schimmelgroei, aantasting door insecten, of risico op schade bij hanteren doordat het object zeer fragiel is.)
Voorbeeld uit de praktijk
Erfgoedinspecties Zwalmstreek
Tips bij het opmaken van een inventaris
- Beeldmateriaal is bijzonder belangrijk en vergemakkelijkt de waardering: er moet een foto zijn van elk object. Zorg voor foto’s van goede kwaliteit. Analoge foto’s kunnen relatief eenvoudig gedigitaliseerd worden; bij een te lage kwaliteit is het aan te raden nieuwe te maken. Denk ook aan detailfoto’s van sommige objecten, waar een specialist veel informatie uit kan halen: merken, opschriften, de onder- of zijkant, schade, barsten...
- Een erfgoedinventaris komt niet geheel overeen met de boekhoudkundige inventaris. Verbruiksgoederen of technische installaties horen er niet in thuis. Ze worden dus ook niet opgenomen in de waardering. Voorbeelden: muziekinstallaties, deurmatten, kaarsen, enz.
- Van het archief moet een aparte inventaris worden gemaakt. Meer informatie vindt u hier:
- Parochiearchieven? Het bewaren waard! (CRKC, 2015)
- C. Vleugels, Beknopte handleiding voor de inventarisatie van een parochiearchief (KADOC-KU Leuven, 2012)
- Archieven van kerkfabrieken en parochies: selectielijst (Algemeen Rijksarchief, 2016) - Het kan handig zijn de stukken snel fysiek te nummeren, bijvoorbeeld met een label aan een touwtje of een keperlint dat rond het object wordt gestrikt. Schrijf nooit op het object en kleef er niets op! Depotwijzer biedt meer informatie over het nummeren van voorwerpen.